Wat is de relatie tussen oude profielaanduidingen DIN, (I)NP en nieuwe namen zoals IPE en HEA?
INP: I-profielen met smalle, hellende binnenflenzen (14 procent) worden omstreeks 1880 in Duitsland genormaliseerd en aangeduid als INP. Hierin is de I het profielteken en NP staat voor Normaal Profiel. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond in Europa het IPE-profiel: een I-profiel met smalle, evenwijdige flenzen als opvolger van het INP-profiel.
DIN (DIE,DIL,DIH): Breedflensprofielen met evenwijdige flenzen (vanaf ca. 1920), ook wel aangeduid als P- of IP-profiel. Standaard is in principe het DIN-profiel aangeduid als (I)DIE of (I)DIN (Differdange normal). Op dit ‘normale’ profiel zijn variaties mogelijk:
- een dik lijf met dikke flenzen (DIR: renforcé);
- een dun lijf met normale flenzen (DIL: léger);
- een dun lijf met dunne flenzen (DIE: économique);
- extra brede flenzen (DIH: hache).
Bij de definitieve invoering van de HE-codering in 1963 zijn de lettercombinaties vastgesteld op HEA, HEB en HEM (als vervanging van de DIE-, DIN- en DIR-profielen) en HEC.
Wat zijn de brandwerendheidseisen voor woningen?
Voor woningen die niet in een woongebouw zijn gelegen, gelden geen aanvullende brandwerendheidseisen omdat een woning volgens het bouwbesluit geen hoofddraagconstructie heeft. Voorwaarde is dat het lokaal bezwijken van constructies geen invloed mag hebben om de naastgelegen woningen of gebouwen. Ons advies is om staalconstructies brandwerend af te werken, zodat een brandwerendheid van 60 minuten is gewaarborgd. Het hangt natuurlijk sterk af van de locatie van de staalconstructie. Een stalen latei boven een kozijn onder een platdak van een aanbouw hoeft natuurlijk geen brandwerendheid van 60 minuten te hebben, maar een stabiliteitsportaal of een ligger boven een doorbraak in een dragende wand wel.